Van het ontstaan van de vereniging in 1935 tot de Stichting “De Vrienden van Lourdes” Baarle-Hertog-Nassau zoals we deze nu kennen
In 1930 reisden twee Baarlese vrienden met de Nationale lentebedevaart naar Lourdes. Op een terras, onder het genot van een pint bier, kwamen de twee kameraden, Hein van den Burg en Antoon Jansens, in contact met een onderpastoor uit Turnhout, E. H. Nuyts. Hij was een actief lid van de Belgische “Vrienden van Lourdes”. Deze onderpastoor slaagde erin zijn enthousiasme over te dragen op beide vrienden, die toezegden in Baarle en omgeving leden te werven voor de vereniging. Vooral het doel sprak hen erg aan: zoveel mogelijk zieken en gezonden de mogelijkheid bieden om naar Lourdes te reizen..
De eerste leden waren natuurlijk het snelst gemaakt: even je familie- en vriendenkring overtuigen! De ledenwerving breidde zich al snel uit naar de omliggende gemeenten en door de unieke ligging van Baarle-Hertog betekende dat, dat er ook heel wat Nederlandse leden bijkwamen. In 1931 startte men met 26 leden, maar in vier jaar tijd groeide dit al uit tot 350.
Zelfstandige vereniging voor Baarle-Hertog en Baarle-Nassau
Toch was men in het dekenaat Turnhout niet zo blij met al die Nederlandse leden in hun afdeling. Men stelde dan ook voor om een zelfstandige vereniging op te richten. En dat was in 1935 zover. In die tijd bestond een week uit zes zeer lange werkdagen, dus al het vrijwilligerswerk moest op die ene vrije zondag gedaan worden en ledenwerving betekende per fiets de verschillende parochies afgaan. Begrijpelijkerwijs werd dit op een gegeven moment teveel en zocht men personen die specifiek zouden zorgen voor de ledenwerving. Dankzij deze mensen – zelatrices of zelateurs genaamd – kende de vereniging een geweldige groei in het ledenaantal, zodat eind 1937 het 1000e lid kon worden ingeschreven.
Inactief tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de oorlog werd het bestuur niet ontbonden, maar bleef inactief tot 1946. In 1946 kwam het bericht kwam dat er weer een bedevaart zou worden ingericht. De administratie van de inmiddels 1500 leden had de oorlog overleefd in een koffertje, opgeborgen in de sacristie van de kerk van Baarle-Hertog. Maar al snel werden de gevolgen van de oorlog duidelijk. Veel leden waren overleden of verhuisd naar een onbekende bestemming. Na een inventarisatie bleek men nog een duizendtal leden over te hebben. Met het nodige enthousiasme ging men weer aan de slag en begon het ledenaantal weer te stijgen. Met als gevolg dat er regelmatig gereisd kon worden.
Bedevaart van vroeger vs. een bedevaart van nu
Een bedevaart uit die tijd kan men nauwelijks vergelijken met een hedendaagse reis: vanuit Brussel 36 uur op harde banken zitten in compartimenten die niet met elkaar verbonden waren. Sanitaire behoeften werden gedaan in de wijde wereld als de trein stopte om kolen en water bij te laden. Men kon in die tijd ook beter niet met zijn of haar beste kleren aan reizen want de stoomlocomotief braakte enorme hoeveelheden roet uit om tien tot veertien rijtuigen op de plaats van bestemming te krijgen. Het laatste stukje van Pau naar Lourdes (zo’n 40 km) was er achteraan de trein zelfs een tweede locomotief om de trein omhoog de Pyreneeën in te helpen duwen.
Ook een dagelijks programma van de bedevaart zag er heel anders uit dan nu. Voor dag en dauw gingen de meeste bedevaarders al een kruisweg doen. Diegenen die al te Lourdes zijn geweest weten dat de kruisweg daar ‘een echte kruisweg’ is. Daarna volgde het ontbijt. De rest van de dag was goed gevuld met een mis, lof, biecht enz. In de naoorlogse jaren moesten de mensen met wat minder luxe genoegen nemen in de hotels. Alles was nog op de bon en pas na inlevering van de paspoorten van de bedevaarders konden de hotels voor eten zorgen. Deze situatie duurde tot 1951.
Vanaf 1948 werd er voor gekozen om alle bedevaarders in één hotel onder te brengen: Hotel N.D. de Bétharram. In dit klein maar gezellig familiehotel van de familie Bertrand hebben we gelogeerd tot en met 2005. Sinds 2006 logeren we inmiddels al een aantal jaren in hotel Angélic en hotel des Pays-Bas en de laatste jaren hebben deze hotels plaats gemaakt voor hotel Roc de Massabielle. Ook in deze hotels werd er steeds voor gezorgd dat we tevreden bedevaarders hebben.
Aangesloten bij de Diocesane Bedevaart van Antwerpen
Deze zijn trouwens de beste reclame voor de vereniging. Dat heeft men in de jaren vijftig dan ook gemerkt want in 1957 zat men al over de 3000 leden. Een belangrijke verbetering was het moment dat men aansloot bij de Diocesane Bedevaart van Antwerpen, vanwege de Vlaamse taal. Vanaf 1967 tot en met 1971 heeft men nog het unicum gekend dat de trein over het ‘Bels lijntje’ vanuit Tilburg via Riel, Alphen en Baarle-Nassau naar Turnhout reed.
Dat was nog een heel gedoe, want de perrons van de verschillende stations waren al verdwenen waardoor er naar noodoplossingen zoals loopplanken en trapjes gezocht moest worden.
Verbeterde kwaliteit van bedevaarten en organisatie
Door de ervaring die men gedurende de jaren opdeed kom men de kwaliteit van de bedevaarten en de organisatie verbeteren, waardoor de vereniging verder uitgroeide. Men kon bijvoorbeeld vanaf 1976 kiezen uit twee reisdata: een mei-bedevaart met een dagtrein zonder zieken en de juli-bedevaart met een nachttrein met zieken.
Vanaf 2007 wordt er zowel in mei als in juli gereisd met de hoge snelheidstrein. Omdat deze trein niet is aangepast voor zieken, reizen de zieken, die liggend moeten worden vervoerd met een speciale ambulancebus.
Van vereniging naar stichting
In 2002 heeft het bestuur besloten om van de vereniging een stichting te maken, omdat deze vorm het beste aansloot bij de werkwijze. Na 75 jaren heeft onze stichting ruim 4000 donateurs, welke elk jaar bezocht worden door 100 zelatricen / zelateurs.